Station nijmegen op 15 januari 1969, begaf ik me met de trein richting Zuidlaren. Vanaf Nijmegen volgde de trein zijn spoor naar zwolle,waar ik moest overstappen in de trein naar Groningen. Ik dacht toen ik de trein naar Groningen zat,dat er meer jongeren naar zuidlaren moesten. Tijdens d eze reis was het niet stil in de trein.Er bevonden zich veel jongeren uit het westen die hun zegje wel hadden. Na een reis die eeuwen leek te duren kwam ik in Assen aan. Op het station in Assen stonden militairen ons op te wachten.
We werden met een drie tonner naar de Adolf van Nassau kazerne in Zuidlaren getransporteerd. Er braken voor mij geheel nieuwe tijden aan, waarin een andere wereld voor mij openging. Ik was namelijk voor een periode van 18 maanden zandhaas geworden. Althans zo noemde men de militairen die bij de infanterie waren ingedeeld. Ik werd ingedeeld bij het 44e Pantserinfanterie bataljon, Bravo compagnie, 3è peloton, in de traileur-groep. Als eerste moesten we ons registratienummer uit het hoofd leren, want vanaf nu ben ik een nummer : 481210 551. Een nummer dat ook op mijn oproepkaart stond vermeld. De geboorte datum van achteren naar voren gevolgd door een volgnummer. Daarna was het je uitrusting ophalen, een kleine medische keuring met wat injecties ondergaan en een toespraak van de overste aanhoren. Een klein mannetje, dat een rood hoofd kreeg van het onnodig hard schreeuwen onder die veel te grote pet vandaan. Vreemd, want we waren per slot van rekening goedgekeurd en dus niet doof. Alles veranderde opslag : Hoofd werd kop, mond werd bek, een naam had je niet meer, die werd vervangen door geslachtsdelen en je moest gewoon doen wat er naar je geschreeuwd of bijna letterlijk in je oren gestampt werd. Die dag kwam ik erachter : zandhazen leven in een hel. Een paar jongens huilden die eerste nacht in bed. Daar schrok ik van.
Maak jouw eigen website met JouwWeb